De NS gaat vanaf juni volgens de normale dienstregeling rijden.

Het is de bedoeling dat niet meer dan 40% van de capaciteit daadwerkelijk wordt benut.

De NS gaat niet strikt handhaven. Als treinen te vol raken, moet een deel van de passagiers uitstappen voordat er verder wordt gereden.

Er is genoeg plek in het openbaar vervoer, zolang iedereen de “spelregels” maar opvolgt. Dat zei staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) in reactie op vragen van de Tweede Kamer.

Vanaf 1 juni rijden de treinen weer volgens de normale dienstregeling. Maximaal 40 procent van de treinstoelen mag gebruikt worden. De Kamer wilde van Van Veldhoven weten hoe zij deze beperkte capaciteit gaat handhaven.

NS hoopt dat oproep om spits te vermijden afdoende is

“Wij kiezen voor heldere regels: vermijd de spits en reis alleen als het noodzakelijk is”, aldus de minister.

Lees hier meer over de regels in het openbaar vervoer.

Eerder vroeg de PVV of conducteurs "koppen moeten tellen". Dat zou volgens de staatssecretaris te veel handhaving betekenen.

Wel houdt Van Veldhoven "de vinger aan de pols", mocht het toch te druk worden. Bussen of treinen die te vol zitten, mogen stoppen en pas weer verder rijden als genoeg mensen zijn uitgestapt.

De Kamer was ook bezorgd over hygiëne en ventilatie in de trein. De staatssecretaris verzekerde dat treinen vaker worden gereinigd en geventileerd. "Schoonmakers besteden bovendien extra aandacht aan plekken die reizigers veel aanraken, zoals deurklinken."

Daarnaast kwamen er veel vragen over de financiële steun voor de vervoerders. Die verliezen veel geld omdat zij niet de volledige capaciteit kunnen benutten. Partijen waren verbaasd dat vervoersbedrijven weer vol aan de slag moeten, zonder te weten welke steun zij kunnen verwachten.

Volgens de staatssecretaris zijn de gesprekken hierover "een complexe puzzel". Ze erkende dat het goed was geweest als er nu al een beslissing lag, maar benadrukte dat de gesprekken "een heel eind op weg zijn".

LEES OOK: NS gaat staatssteun aanvragen en rekent de komende jaren op €5 miljard verlies